Vissersdorpje en badplaats In 1253 wordt de naam Gdina voor het eerst vermeld. Het was toen een klein vissersdorpje, bewoond door Kasjoeben, een Slavisch volk met een taal die aan het Pools verwant is. In de driehoek die wordt gevormd door de steden Gdańsk, Lębork en Chojnice wonen nog steeds zo’n 50.000 mensen die Kasjoebisch spreken. In het begin van de veertiende eeuw werd Gdina veroverd door de Duitse Orde. Het dorpje kreeg de naam Gdingen. In 1466 werd het plaatsje weer Pools, maar in 1772 kwam het dankzij de Eerste Poolse Deling aan Pruisen. Rond 1900 was Gdingen een vissersdorp, maar ook een tamelijk populaire badplaats. ■ Afbeelding 2. Veldpostkaart van Gdingen, 13 maart 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog. De kaart is verzonden door een militair bij de 2. Küstengarnisonbatterie van het 17e Armeekorps en verstuurd naar Wellen in het vorstendom Waldeck-Pyrmont Groei Na de Eerste Wereldoorlog werd Polen weer onafhankelijk nadat het lange tijd opgedeeld was geweest tussen Pruisen, Rusland en Oostenrijk. Gdynia kwam in de Poolse Corridor terecht, een smalle strook land die het nieuwe Polen met de Oostzee verbond. Het plaatsje, 1300 inwoners in 1921, lag net buiten het gebied van de Vrije Stad Danzig. De Vrije Stad was een creatie van de mogendheden die de oorlog hadden gewonnen. Vanwege de strategische ligging van Danzig gunden ze de stad noch aan Polen, noch aan Duitsland. Wel werd het staatje nauw verknoopt met Polen. Polen mocht de Danziger haven gebruiken en exploiteerde de spoorlijnen die Danzig met het buitenland verbonden. Ook diplomatiek nam Polen de honneurs voor Danzig waar: een Poolse ambassadeur of consul behartigde tevens de belangen van Danzig. Die constructie werkte niet. De bevolking van Danzig stond vijandig tegenover Polen. In de jaren 1919-1921 was Polen in oorlog met de Sovjet-Unie. Danziger havenarbeiders saboteerden de aanvoer van wapens voor Polen. Er volgden veel meer incidenten. De Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, die officieel toezicht moest houden op Danzig, ontpopte zich als een tamelijk machteloos orgaan, dat maar weinig kwesties tussen Danzig en Polen kon of zelfs maar wilde oplossen. Al in 1920 kreeg Polen het idee een haven te bouwen waarover het de volledige zeggenschap had. Aan de kust van de Poolse Corridor lagen alleen een paar vissersplaatsjes. De keus viel al gauw op Gdynia, dat in een rustig deel van de Oostzee lag, beschut door het schiereiland Hel. In 1923 begon de bouw van een handelshaven en van een marinehaven. In 1924 werd Gdynia aangesloten op het Poolse spoorwegnet, buiten Danzig om. In 1926 kreeg het dorp de status van stad. Danzig zag het met lede ogen aan (afbeelding 3). ■ Afbeelding 3. Zo keek Danzig tegen Gdynia aan. Propagandakaart uit 1931 Grootste haven aan de Oostzee In 1930 was de haven bedrijfsklaar, al bleef Polen de haven uitbreiden tot aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het werd een succes. Al in 1933 werden in Gdynia meer goederen overgeslagen dan in Danzig. In 1938 was Gdynia de grootste en modernste zeehaven aan de Oostzee en de tiende haven van Europa. 46 procent van de Poolse buitenlandse handel liep over Gdynia. In 1938 liet de nieuwgebouwde scheepswerf van Gdynia zijn eerste schip van stapel lopen. De stad zelf groeide mee met de haven. In 1939 woonden er 127.000 mensen. Gdynia was de enige stad in de Poolse Corridor waar vrijwel geen Duitstaligen woonden. ■ Afbeelding 4. Brief van Gdynia naar Manchester, 27 mei 1935. Gdynia had een opvallend groot stempel met de tekst ‘Gdynia – Port Polski’ (Gdynia – Poolse haven) ■ Afbeelding 5. Drukwerkbrief van Gdynia naar Trzebinia, 22 december 1936. Speciaal kerststempel ‘Groet het gouden sterretje’ Duitse bezetting Op 1 september 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Duitsland viel Polen binnen en annexeerde meteen ook de Vrije Stad Danzig. Gdynia viel op 14 september 1939 in handen van de Duitsers. De meeste Poolse burgers van de stad werden gedeporteerd naar het Generaal-Gouvernement, het stuk Polen dat Duitsland niet wilde annexeren. Een deel van de bevolking, vooral Joden, kwam in het concentratiekamp Stutthof terecht, in het gebied van de voormalige Vrije Stad Danzig. Van die groep heeft vrijwel niemand het overleefd. Heel kort heette Gdynia weer Gdingen (afbeelding 6). ■ Afbeelding 6. Briefkaart met noodstempel Gdingen en stempel met de datum 24 september 1939. Helaas is de kaart alleen maar als souvenir meegenomen en niet verstuurd Op 26 oktober 1939 werd de stad omgedoopt in Gotenhafen, naar de oude Germaanse stam van de Goten, die in de eerste en tweede eeuw in dit gebied woonden. De stad viel bestuurlijk onder de Reichsgau Westpreußen, later omgedoopt tot Reichsgau Danzig-Westpreußen. De concurrenten Danzig en Gdynia waren ineens met elkaar verbonden geraakt. De stad was na de wegvoering van de Polen een spookstad. Hitler kwam op bezoek en werd ingehaald door bijna alleen Duitse militairen. In de loop van de bezetting kwamen er Duitsers wonen. Binnen enkele jaren had de stad weer 70.000 inwoners. De haven werd een belangrijke marinebasis (afbeelding 8). Gotenhafen had ook een eigen concentratiekamp, een subkamp van Stutthof. De naam Gotenhafen is nooit ingeburgerd geraakt. Toen de Russen in maart 1945 de aanval op Danzig en Gotenhafen inzetten, wierpen Russische vliegtuigen pamfletten uit boven Gotenhafen waarin de ‘bevolking van Gdingen’ opgeroepen werd zich over te geven. In Duitsland is Gdingen, en niet Gotenhafen, nog steeds de gebruikelijke naam voor Gdynia. Een fotoboek met Duitse teksten dat in de Driestad in de souvenirwinkels te koop is, draagt de naam Danzig – Gdingen – Zoppot. ■ Afbeelding 7. Ansichtkaart verstuurd uit Gotenhafen naar Strasburg (Uckermark) op 25 september 1944 1 ■ Afbeelding 8. Veldpostbrief van een marineman bij de 13. Ersatz-Marineartillerieabteilung, verzonden vanuit Gotenhafen naar Wenen op 29 december 1939. Wenen hoorde toen ook bij Duitsland Terug naar Polen Op het eind van 1944 en het begin van 1945 begonnen de Russen hun opmars naar het westen. Duizenden vluchtelingen uit de omgeving van Königsberg zochten tijdelijk hun toevlucht in Gotenhafen. Toen de Russen de stad naderden, trokken de vluchtelingen verder in westelijke richting. De Duitse autoriteiten zagen in dat de situatie hopeloos was en zetten schepen in om vluchtelingen te evacueren. Een van die schepen, de Wilhelm Gustloff, werd onderweg door een Russische onderzeeër getorpedeerd. Dat resulteerde in een van de grootste scheepsrampen uit de geschiedenis, die ca. 9.000 mensen het leven kostte. De ramp heeft een klassiek verhaal, Im Krebsgang van Günter Grass, en een klassieke film, Nacht fiel über Gotenhafen met als regisseur Frank Wisbar, opgeleverd. Op 28 maart 1945 viel Gotenhafen. De Russen droegen de stad over aan de Polen. De haven was zwaar beschadigd (voor een deel door de Duitsers zelf, die zo probeerden de Russische opmars te vertragen), maar de stad was grotendeels intact. De weinige Duitsers die niet op tijd hadden kunnen vluchten, werden naar Duitsland gedeporteerd. In hun plaats keerden de mensen terug die voor de oorlog in Gdynia woonden (voor zover nog in leven...), maar het grootste deel van de Polen die zich in Gdynia vestigden, kwam uit de Oost-Poolse gebieden die de Sovjet-Unie na de oorlog zelf hield. Gdynia na de oorlog Vlak na de oorlog werd veel energie gestoken in herstel van de havens. Ook de scheepswerf kwam weer in bedrijf en speelde een belangrijke rol bij het weer zeewaardig maken van de Poolse vloot, die zwaar geleden had onder de oorlog. De banden met Gdańsk en Sopot werden aangehaald, want ook het territorium van de Vrije Stad Danzig werd aan Polen overgedragen. Een tijdlang was zelfs een poststempel in gebruik met ‘Trójmiasto’ in plaats van ‘Gdynia’ (afbeelding 9). ■ Afbeelding 9. Ansichtkaart van Gdynia naar Stockholm, 7 oktober 1952, met stempel ‘Gdańsk – Gdynia – Sopot – Trójmiasto’
Gdynia is nog steeds een belangrijke haven, maar niet meer de grootste haven aan de Oostzee. Dat is nu Szczecin. ■ Afbeelding 11. Aangetekende luchtpostbrief van Gdynia 1 naar Ilmenau in de DDR, 9 augustus 1957 In 1980 gingen de arbeiders op de scheepswerf in Gdynia in staking, samen met hun collega’s van Gdańsk. Het luidde het begin in van een roerige periode, die uiteindelijk zou leiden tot de val van het communistische regime in Polen – en de andere Oostbloklanden. De beide werven hebben het momenteel overigens moeilijk. Ze worden met sluiting bedreigd, hoewel volgens de experts zeker de werf van Gdynia nog steeds levensvatbaar is. Aan de brief van afbeelding 12 valt niet af te lezen wat voor roerige tijd het was. ■ Afbeelding 12. Speciale brief, gewijd aan de ‘Grote Oostzeecruise met het motorschip Ilmatar’ van 11 t/m 20 september 1980. De brief is verstuurd van Gdynia 2 naar Kiel op 15 september 1980 Gdynia heeft momenteel iets meer dan 250.000 inwoners. De stad heeft weinig bezienswaardigheden. De Poolse architectuur uit de jaren twintig en dertig heeft niet veel karakteristieks en de naoorlogse Oostblokarchitectuur al helemaal niets. De drie attracties van Gdynia liggen bij en in de haven: het aquarium, het oorlogsschip Błyskawica en het zeilschip Dar-Pomorza. De schepen zijn toegankelijk voor het publiek en vooral de museumcollectie van de Błyskawica geeft een aardig overzicht van de geschiedenis van de Poolse marine. Verder worden er elk jaar een popfestival en een filmfestival gehouden. De stad heeft ook een instelling voor hoger onderwijs: een zeevaartschool. Bronnen Bij het schrijven van dit artikel is vooral gebruik gemaakt van het internet. De vier websites die het meest hebben bijgedragen, zijn:
Sijtze Reurich |
||||||
|