In snel tempo geeft de zaal nog zes maal zijn mening. Dan kondigt De Boer ‘de toekomstige premier, de toekomstige vice-premier en de toekomstige oppositieleider’ aan. Hij laat wijselijk in het midden wie wie is. Balkenende blijkt geestiger dan zijn reputatie. ‘Hans, het valt mij op dat jij steeds voor loonmatiging pleit, maar je maakt een uitzondering voor één categorie: Kamerleden. Die moeten van jou meer gaan verdienen. Maar als jij dat zegt, ligt niemand ervan wakker. Als Dijkstal of ik dat zou roepen, zou het voorpaginanieuws zijn. Als Melkert het zegt, zou dat het einde van zijn politieke carrière zijn.’ Al spoedig kan hij niet meer stuk bij de zaal. Dijkstal, die na hem het woord voert, waarschuwt: ‘Ik zat bij de stemming naast hem en ik heb gezien dat hij een paar maal verkeerd heeft gestemd!’ Dijkstal speelt in dit gezelschap een thuiswedstrijd. Hij kan zich veroorloven kritisch te zijn: ‘Zeg gewoon nee tegen te hoge looneisen’ en: ‘De basis van ons poldermodel is dat werkgevers en vakbeweging samen hun verantwoordelijkheid nemen. De overheid is daarbij geen partner. Als de lonen volgend jaar toch te hoog uitkomen, moeten werkgevers niet opeens om premieverlaging vragen.’ Melkert komt pas binnen tijdens het betoog van Balkenende, die hem ‘namens Hans de Boer’ hartelijk welkom heet. Later vertelt hij dat zijn oponthoud te wijten was aan ‘te liberaal weggedrag’. Premieverlaging? Dijkstal was tegen, Melkert juist voor. Beter voor de verkiezingen een verantwoorde lastenverlichting, want onder een nieuw kabinet is daar geen ruimte meer voor. Het woord is weer aan de zaal. Wie van de drie deed het het best? Het blijkt Balkenende te zijn. 59 procent vindt dat hij het meest overtuigende verhaal gehouden heeft. 26 procent kiest voor Dijkstal en 15 procent voor Melkert. Maar de VVD kan niet stuk in dit gezelschap. 59 procent vindt het de meest ondernemersvriendelijke partij. Het CDA komt niet verder dan 24 procent. Voor de volledigheid: de PvdA scoort 7, de optie ‘een andere partij’ 10 procent. ‘Wat me reuze meeviel, was dat er nog inhoud in zat ook’ – daarmee neemt De Boer afscheid van de politici. |
||||||
|