(Nederlandsch Maandblad voor Philatelie, november en december 1990)
◄ Vorige pagina  Dit artikel is verdeeld over zestien webpagina’s.  Volgende pagina ►



Disclaimer

Letland als slagveld
De Duitse Orde kon niet op tegen de samenwerkende staten Polen en Litouwen. In 1466 verklaarde de Orde zich schatplichtig aan de Poolse koning. In 1525 werden in het Pruisische moederland de laatste banden met de katholieke kerk doorgesneden. In dat jaar ging grootmeester Albert von Brandenburg over tot de lutherse kerk; met toestemming van de Poolse koning riep hij zich uit tot hertog van Pruisen. De grootmeester van Lijfland, Walter von Plettenberg (die ook wel Wolter genoemd wordt; afbeelding 4), bleef katholiek, maar kon niet voorkomen dat de evangelisch-lutherse kerk vaste grond kreeg in Lijfland en Koerland. Latgale bleef wel grotendeels katholiek.



■ Afbeelding 4. Walter von Plettenberg in een speciaal stempel ter gelegenheid van de postzegeltentoonstelling Baltica ’85 in de Duitse stad Soest, 6 oktober 1985

Von Plettenberg had meer problemen: invallen van de Russen in het Oosten en van de Zweden in het noorden. De Russen kon hij nog in bedwang houden, maar de Zweden bezetten Estland en Lijfland.
In 1561 ontbond grootmeester Gotthard Kettler de Duitse Orde. De Poolse koning benoemde hem tot hertog van Koerland (te weten: van het eigenlijke Koerland en Zemgale). Latgale werd bij de (toen) Litouwse provincie Witebsk gevoegd.
In het begin van de achttiende eeuw ondernam de Zweedse koning Karel XII een poging om een groot Zweeds rijk te stichten. Hij bezette achtereenvolgens Lijfland, Koerland, Litouwen en Polen en rukte toen op tegen Rusland. Daar bracht tsaar Peter de Grote hem de genadeslag toe bij de Oekraïense stad Poltava (1709). Karel wist te ontkomen naar Turkije, waar hij tevergeefs de sultan voor zijn plannen trachtte te winnen. Na zijn terugkeer in Zweden probeerde hij opnieuw zijn droom van een wereldrijk waar te maken, maar sneuvelde in de strijd tegen de Noren.
Toen was Zweden al geen grote mogendheid meer. Direct na de slag bij Poltava viel Peter de Grote Estland en Lijfland binnen; er was daar nauwelijks verzet tegen de annexatie. Polen herstelde zich, en behield de provincie Witebsk en de soevereiniteit over het hertogdom Koerland. Bij de Vrede van Nystad (1721) deed Zweden officieel afstand van de Baltische provincies. Witebsk kwam bij Rusland na de eerste Poolse deling (1772) en Koerland bij de derde Poolse deling (1795).





1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16