◄ Vorige pagina Dit artikel is verdeeld over zestien webpagina’s. Volgende pagina ►
■ Afbeelding 4. Walter von Plettenberg in een speciaal stempel ter gelegenheid van de postzegeltentoonstelling Baltica ’85 in de Duitse stad Soest, 6 oktober 1985 Von Plettenberg had meer problemen: invallen van de Russen in het Oosten en van de Zweden in het noorden. De Russen kon hij nog in bedwang houden, maar de Zweden bezetten Estland en Lijfland. In 1561 ontbond grootmeester Gotthard Kettler de Duitse Orde. De Poolse koning benoemde hem tot hertog van Koerland (te weten: van het eigenlijke Koerland en Zemgale). Latgale werd bij de (toen) Litouwse provincie Witebsk gevoegd. In het begin van de achttiende eeuw ondernam de Zweedse koning Karel XII een poging om een groot Zweeds rijk te stichten. Hij bezette achtereenvolgens Lijfland, Koerland, Litouwen en Polen en rukte toen op tegen Rusland. Daar bracht tsaar Peter de Grote hem de genadeslag toe bij de Oekraïense stad Poltava (1709). Karel wist te ontkomen naar Turkije, waar hij tevergeefs de sultan voor zijn plannen trachtte te winnen. Na zijn terugkeer in Zweden probeerde hij opnieuw zijn droom van een wereldrijk waar te maken, maar sneuvelde in de strijd tegen de Noren. Toen was Zweden al geen grote mogendheid meer. Direct na de slag bij Poltava viel Peter de Grote Estland en Lijfland binnen; er was daar nauwelijks verzet tegen de annexatie. Polen herstelde zich, en behield de provincie Witebsk en de soevereiniteit over het hertogdom Koerland. Bij de Vrede van Nystad (1721) deed Zweden officieel afstand van de Baltische provincies. Witebsk kwam bij Rusland na de eerste Poolse deling (1772) en Koerland bij de derde Poolse deling (1795). |
||||||||||||||||||||||||
|