(Nederlandsch Maandblad voor Philatelie, november en december 1990)
◄ Vorige pagina  Dit artikel is verdeeld over zestien webpagina’s.  Volgende pagina ►



Disclaimer

De onafhankelijkheidsoorlog
Na februari 1917 begonnen de Letten zich te organiseren. Er werd een Lets parlement gekozen in de streken die niet door de Duitsers waren bezet. Intussen vormden de Letse bolsjewiki arbeiders‑ en soldatenraden. De bolsjewiki hadden in deze tijd een grote aanhang in Letland, vooral onder de soldaten. Het Letse Legioen doopte zichzelf om in ‘Letse Rode Tirailleurs’ en vocht later aan de kant van het Rode Leger, niet alleen in Letland, maar later ook tegen de ‘witte’ troepen elders in Rusland. In 1920 werd het legeronderdeel ontbonden. In Rīga staat een monument voor de Letse Rode Tirailleurs (afbeelding 21 en 22).



■ Afbeelding 21. Envelop met het monument voor de Letse Rode Tirailleurs te Rīga, aangetekend verzonden naar Kaunas in Litouwen op 23 augustus 1979, met eerstedagstempel. Aan dit monument zijn diverse enveloppen, diverse speciale stempels en één postzegel gewijd (Michel 3597)


Zowel het Letse parlement als de arbeiders- en soldatenraden wilden een autonoom Letland, dat op vrijwillige basis deel zou uitmaken van een Russische federatie. Daarbij vulden ze die ‘Russische federatie’ natuurlijk wel anders in. Aan de situatie dat de Letten verdeeld waren over drie provincies diende een eind te komen, daarover waren beide groepen het eens. Toen bleek dat de regering-Kerensky hiervoor niets voelde, radicaliseerde een deel van de Letten. Voor het eerst gingen stemmen op voor totale onafhankelijkheid.
Na de Oktoberrevolutie lieten Lenin en zijn bolsjewiki verkiezingen houden. In Letland bleek hun partij veruit de grootste. De Duitse bezetting van februari 1918 maakte een eind aan de eerste periode van Sovjetbestuur.

Toen de Duitsers zich terugtrokken, lieten ze een slagveld achter. Zowel het Rode Leger als de Letse nationalisten, die zich intussen hadden georganiseerd, trachtten het land in handen te krijgen. Op 18 november 1918 riepen de nationalisten de onafhankelijkheid uit. Voorlopige president werd Jānis Čakste; voorlopig premier Kārlis Ulmanis (1877‑1942?; afbeelding 23). De bolsjewiki hadden eerst de overhand. Begin 1919 bestond het onafhankelijke Letland alleen nog uit de stad Liepāja. De rest, ook de hoofdstad Rīga, was in handen van de bolsjewiki (afbeelding 24), die een Sovjetrepubliek Letland uitriepen met als president Pētēris Stučka. Ze verspeelden veel krediet bij de bevolking door hun terreurdaden, die eerst tegen de Baltische Duitsers, maar later ook tegen andersdenkende Letten gericht waren.

■ Afbeelding 22. Jānis Berziņš (1889-1938), officier bij de Letse Rode Tirailleurs. Hij vocht later als vrijwilliger in de Spaanse Burgeroorlog. Na zijn terugkeer in de Sovjet-Unie viel hij bij Stalin in ongenade. In 1938 werd hij geëxecuteerd. Sovjetpostzegel van 20 oktober 1989


■ Afbeelding 23. Kārlis Ulmanis op een zegel van 4 september 1937


■ Afbeelding 24. Veldpostblad uit de Duitse bezettingstijd, overdrukt met het woord ‘brief’ in het Lets en Russisch, en aangetekend en verzekerd (dat is de betekenis van het stempel ‘Apdroschinats’) verzonden binnen Rīga op 12 maart 1919, in de tijd dat de bolsjewiki daar de macht hadden. Russisch aantekenstrookje (nog uit de tsarentijd) en ‘Kettingbrekerzegel’. Het stempel is Letstalig. Het klinkt misschien verrassend, maar de bolsjewiki waren de eersten die Letstalige stempels aanmaakten
Tussen twee haakjes: deze zegels vindt men bijna alleen op aangetekende post. Normale post mocht in de idealistische beginjaren van de Sovjet-Unie zonder postzegel worden verstuurd


De geallieerden, Engeland en Frankrijk, trokken zich het lot van Letland aan. Met hun goedvinden trok een Duits vrijwilligersleger, onder Rüdiger von der Goltz, naar Letland om samen met de Letse generaal Jānis Balodis (afbeelding 25) de bolsjewiki te verdrijven. Bijna geheel Koerland werd bevrijd, maar het arrogante optreden van de Duitsers wekte nogal wat weerstand. De conflicten liepen zelfs zo hoog op dat een van Von der Goltz’ ondergeschikten de voorlopige Letse regering gevangen zette. Na bemiddeling van Engeland en Frankrijk werden de Duitsers coöperatiever. Op 22 mei 1919 hielpen ze bij de bevrijding van Rīga, maar een maand later sloot een groot deel van Von der Goltz’ troepen zich aan bij het Bermondt-Avaloff-leger.


■ Afbeelding 25. Generaal Jānis Balodis op een zegel van 12 mei 1932

In Noord‑Letland waren Estische troepen actief, die de bolsjewiki uit eigen land verdreven hadden en nu het zuidelijke buurland hielpen.
Een intermezzo in deze oorlog was het optreden van het ‘witte’ privélegertje van generaal Bermondt-Avaloff, dat tussen juni en november 1919 Jelgava bezet hield. Het leger gaf eigen zegels uit, in de vorm van overdrukken op Letse en Russische zegels (afbeelding 26). Het leger vocht aanvankelijk tegen de bolsjewiki, maar later werd de doelstelling veeleer een eigen rijkje in Koerland en het aangrenzende Litouwen. Letse en Litouwse troepen maakten met Estische en Britse steun een eind aan deze ambities.


■ Afbeelding 26. Aangetekende lokale brief binnen Jelgawa (de afzender schrijft nog de Duitse naam Mitau), 17 oktober 1919. Met zegels van het leger van generaal Bermondt-Avaloff, dat in deze tijd Jelgava bezet hield. Het is overigens vaak dubieus of een brief als deze wel echt gelopen heeft. Jelgava werd in die tijd nog met een w geschreven; pas later werd dat een v


■ Afbeelding 27. Het Letse wapen. Een van de waarden uit de laatste serie van het onafhankelijke Letland, januari-juni 1940

Het enige buurland dat zich nog niet met de Letse onafhankelijkheidsoorlog had bemoeid, was Polen. Dat land trad nu op het toneel en hielp de Letten bij de verovering van Latgale in januari 1920.
Rusland had geen belang bij een verdere voortzetting van de oorlog met Letland. Op 1 augustus 1920 werd de vrede van Rīga gesloten, waarbij de onafhankelijkheid van Letland werd erkend. Het nieuwe Letland omvatte de provincies Kurzeme (Koerland), Vidzeme (Zuid-Lijfland) en Latgale. Een deel van het Russische gouvernement Pskov, met de stad Pytalovo (Lets: Jaunlatgale, in 1938 omgedoopt in Abrene) werd bij Latgale gevoegd. De drie sterren boven het Letse wapen (afbeelding 27) symboliseren de drie provincies.3

Noot
  1. Later werd Kurzeme gesplitst in een westelijk deel, dat Kurzeme bleef heten, en een oostelijk deel, Zemgale. Ook Rīga kreeg de status van provincie. Men heeft het landswapen er niet voor veranderd. Er bestaat overigens ook een plaatsje Zemgale, inderdaad in de gelijknamige provincie.





1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16