(Nederlandsch Maandblad voor Philatelie, juli/augustus en
september 1990)
◄ Vorige pagina Dit artikel is verdeeld over twintig webpagina’s. Volgende pagina ►
Disclaimer
|
De onafhankelijkheidsoorlog
Tijdens de Duitse bezetting probeerden Litouwse nationalisten de Duitsers al te
interesseren voor een eigen staat. Duitsland had echter meer belangstelling voor
een totale annexatie van het Baltisch gebied. Toch kon de nationalistische
beweging tot op zekere hoogte haar eigen gang gaan. In 1917 werden twee
conferenties gehouden met afgevaardigden uit het hele land. Ze kozen uit hun
midden een uitvoerend comité (Taryba) onder voorzitterschap van Antanas
Smetona. Op 16 februari 1918 riep de Taryba in Vilnius de Litouwse
onafhankelijkheid uit. Smetona werd beëdigd als voorlopig president.
De vrede van Brest-Litovsk tussen het bolsjewistische Rusland en Duitsland van
3 maart 1918 was voor Litouwen niet meer dan een wapenstilstand. De Duitse
bezetters bleven, maar trokken weg toen het eind van de oorlog in zicht kwam.
Op 11 november 1918 capituleerde Duitsland. Het had op dat moment te kampen
met een communistische opstand in eigen land, en de troepen waren daar harder
nodig.
|
De bolsjewiki trachtten het Baltische gebied weer in bezit te nemen, en
het Rode Leger rukte ook Litouwen binnen. Hoewel Vilnius in Russische handen kwam,
wisten de inderhaast georganiseerde onafhankelijkheidsstrijders zich toch te
handhaven. Na een moeizame strijd van meer dan anderhalf jaar, waarbij de
nationalisten met enige Engelse en Franse steun het moesten opnemen tegen het
Rode Leger aan de ene kant en het privélegertje van de ‘witte’ generaal
Bermondt-Avaloff aan de andere kant, werd op 12 juli 1920 in Moskou de vrede
met Rusland getekend. Rusland erkende de onafhankelijkheid van Litouwen en ging
zelfs akkoord met herstelbetalingen aan de nieuwe staat.
Het nieuwe Litouwen omvatte de vroegere Russische gouvernementen Kowno (Kaunas),
Wilno (Vilnius) en Suwalki (Suvalkai) en het noordelijk deel van het vroegere
gouvernement Grodno (Gardinas). Overigens woonden er niet alleen maar Litouwers
in het nieuwe Litouwen. In het gebied woonden vier volkeren door elkaar: Litouwers,
Polen, Wit-Russen en Joden. Bovendien leefde er een belangrijke Russische minderheid.
In Kowno en Suwalki waren de Litouwers in de meerderheid, in Grodno waren ze maar
een onbetekenende minderheid. Daar was de meerderheid Wit-Russisch. In Wilno had
geen enkel volk de meerderheid, maar daar waren de Wit-Russen de grootste
bevolkingsgroep, gevolgd door de Litouwers. In de stad Wilno zelf waren de Joden de
grootste bevolkingsgroep.
Litouwen was herrezen, maar raakte onmiddellijk in conflict met een andere herrezen
staat: Polen. Joseph Piłsudski (1867-1935; afbeelding 17), de sterke man van
Polen, die zelf afkomstig was uit de omgeving van Vilnius, wilde de oude personele unie
tussen Polen en Litouwen herstellen. Al in 1919 mengde Polen zich in de strijd. Vilnius
was lange tijd door de Polen bezet. In april 1920 waren de Russen verzwakt en begonnen de
Polen een nieuw offensief in de vroegere gouvernementen Wilno en Suwalki. Polen werd
teruggefloten door de Volkenbond. Onder druk van de Volkenbond spraken de Litouwers en
de Polen op 7 oktober 1920 een demarcatielijn af. Litouwen deed daarbij tijdelijk
afstand van het zuidelijk deel van het gouvernement Suwalki, met de hoofdstad Suwalki zelf,
van alles wat de Russen kort tevoren van het gouvernement Grodno hadden afgestaan en van
het zuidelijk deel van het gouvernement Wilno met onder andere de belangrijke stad Lida
(Litouws: Lyda). De demarcatielijn viel ongeveer samen met de huidige zuidgrens
van Litouwen.
|
■ Afbeelding 17. Maarschalk Piłsudski
op een Poolse postzegel, uitgegeven in mei 1928
■ Afbeelding 18. De intocht van
Żeligowski in Vilnius. Zegel van Centraal Litouwen, november 1921
|
Voor Piłsudski was het nog niet genoeg. Op 9 oktober 1920 bezette een Poolse
legermacht onder Piłsudski’s vertrouweling generaal Lucjan Żeligowski zogenaamd
geheel op eigen initiatief de Litouwse hoofdstad Vilnius met omgeving (afbeelding 18).
Over deze kwestie later meer.
|