(Nederlandsch Maandblad voor Philatelie, juli/augustus en september 1990)
◄ Vorige pagina  Dit artikel is verdeeld over twintig webpagina’s.  Volgende pagina ►



Disclaimer

De periode van onafhankelijkheid
Het nieuwe Litouwen, dat nu alleen nog maar bestond uit het vroegere gouvernement Kowno, het noordelijk deel van het vroegere gouvernement Suwalki en een klein snippertje van het vroegere gouvernement Wilno, verbrak alle contacten met Polen. De spoorlijn tussen Kaunas en Vilnius werd opgebroken; in het Litouwse paspoort stond dat het geldig was ‘voor alle landen ter wereld, behalve Polen’...
Op 17 maart 1938 stelde Polen Litouwen een ultimatum. Litouwen moest diplomatieke betrekkingen aangaan met Polen, anders zou Polen ‘passende maatregelen’ treffen. Litouwen wachtte die ‘passende maatregelen’ van het veel sterkere Polen maar niet af. Twee dagen later liet het weten het ultimatum te accepteren. De landen wisselden ambassadeurs uit, richtten douaneposten in, repareerden de spoorlijn tussen Kaunas en Vilnius en stonden weer postverkeer toe (afbeelding 45). Litouwen deed echter geen afstand van zijn claim op Vilnius.

In de eerste jaren van de onafhankelijkheid was Litouwen een democratische republiek. Omdat de hoofdstad Vilnius door Polen was bezet, fungeerde Kaunas als tijdelijke hoofdstad. Een groot aantal politieke partijen was vertegenwoordigd in het parlement, maar groepen partijen werkten onderling samen. Zo ontstonden een christen-democratisch blok, dat aanvankelijk de meerderheid had, een sociaal-democratisch en een liberaal blok. Ter rechterzijde stond de kleine nationalistische partij (Tautininkai). Dan waren er nog vertegenwoordigers van de Poolse, Duitse en joodse minderheden. De communistische partij was verboden.
In 1926 behaalden de sociaal-democraten en de liberalen een verkiezingsoverwinning. Ze vormden een kabinet met steun van de minderheden. Vooral de samenwerking met de Poolse partij zette veel kwaad bloed. Niet geheel onbegrijpelijk: het was immers niet zo tactisch dat de Polen in Litouwen het recht kregen eigen scholen te stichten op het moment dat de Litouwse scholen in Vilnius juist werden gesloten. De Tautininkai voerde met steun van de christen-democraten en het leger een staatsgreep uit.
In de daarop volgende jaren voerde de Tautininkai een autoritair bewind. De christen-democraten werden opzij geschoven. Na een machtsstrijd tussen president Antanas Smetona (afbeelding 19), die zich enkele jaren afzijdig had gehouden, maar nu weer op het politieke toneel terugkeerde, en premier Augustinas Voldemaras (afbeelding 20) trad Smetona als overwinnaar naar voren. Na enige jaren gevangenschap werd Voldemaras verbannen naar Frankrijk.


■ Afbeelding 19. President Smetona op een zegel van 15 februari 1928


■ Afbeelding 20. Augustinas Voldemaras op een zegel van 27 september 1922

In de periode dat Smetona aan de macht was, waren zowel de persvrijheid als het recht op vereniging en vergadering aan beperkingen onderworpen. Een partijleger (de IJzeren Wolf) en een jeugdorganisatie (Jong Litouwen) werden opgericht; strenge straffen bedreigden eenieder die zich aan ‘landsverraderlijke activiteiten’ schuldig maakte. Aan de andere kant liet de Litouwse regering zich niet in met fascistische uitwassen als vervolging van minderheden. De Joodse bevolkingsgroep werd met rust gelaten.
Pas in 1939 vormde Smetona, onder druk van de internationale situatie, een kabinet op bredere basis onder premier Antanas Merkys, waarin ook leden van de vroegere politieke partijen en zelfs aanhangers van Voldemaras waren opgenomen.

Litouwen was vooral een agrarisch land. De export bestond voornamelijk uit landbouwproducten. Niettemin was het land welvarender dan Polen en de Sovjet-Unie, al bleef het achter ten opzichte van Estland en Letland. De crisis van de jaren dertig ging aan Litouwen niet voorbij, maar de economie bleef redelijk stabiel.





1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20