◄ Vorige pagina Dit artikel is verdeeld over twintig webpagina’s. Volgende pagina ►
In de eerste jaren van de onafhankelijkheid was Litouwen een democratische republiek. Omdat de hoofdstad Vilnius door Polen was bezet, fungeerde Kaunas als tijdelijke hoofdstad. Een groot aantal politieke partijen was vertegenwoordigd in het parlement, maar groepen partijen werkten onderling samen. Zo ontstonden een christen-democratisch blok, dat aanvankelijk de meerderheid had, een sociaal-democratisch en een liberaal blok. Ter rechterzijde stond de kleine nationalistische partij (Tautininkai). Dan waren er nog vertegenwoordigers van de Poolse, Duitse en joodse minderheden. De communistische partij was verboden. In 1926 behaalden de sociaal-democraten en de liberalen een verkiezingsoverwinning. Ze vormden een kabinet met steun van de minderheden. Vooral de samenwerking met de Poolse partij zette veel kwaad bloed. Niet geheel onbegrijpelijk: het was immers niet zo tactisch dat de Polen in Litouwen het recht kregen eigen scholen te stichten op het moment dat de Litouwse scholen in Vilnius juist werden gesloten. De Tautininkai voerde met steun van de christen-democraten en het leger een staatsgreep uit. In de daarop volgende jaren voerde de Tautininkai een autoritair bewind. De christen-democraten werden opzij geschoven. Na een machtsstrijd tussen president Antanas Smetona (afbeelding 19), die zich enkele jaren afzijdig had gehouden, maar nu weer op het politieke toneel terugkeerde, en premier Augustinas Voldemaras (afbeelding 20) trad Smetona als overwinnaar naar voren. Na enige jaren gevangenschap werd Voldemaras verbannen naar Frankrijk.
Pas in 1939 vormde Smetona, onder druk van de internationale situatie, een kabinet op bredere basis onder premier Antanas Merkys, waarin ook leden van de vroegere politieke partijen en zelfs aanhangers van Voldemaras waren opgenomen. Litouwen was vooral een agrarisch land. De export bestond voornamelijk uit landbouwproducten. Niettemin was het land welvarender dan Polen en de Sovjet-Unie, al bleef het achter ten opzichte van Estland en Letland. De crisis van de jaren dertig ging aan Litouwen niet voorbij, maar de economie bleef redelijk stabiel. |
||||
|