(Het Baltische Gebied, december 2008)
◄
Vorige pagina Dit artikel is verdeeld over veertien webpagina’s. Volgende pagina ►
Disclaimer
|
Memelland weer Duits
Op 12 maart 1939 werd in Rome de nieuwgekozen paus Pius XII geïnstalleerd.
Juozas Urbšys, de Litouwse minister van Buitenlandse Zaken, woonde de
plechtigheid bij. Op de terugweg naar Kaunas (toen de zetel van de Litouwse
regering) had hij op 20 maart in Berlijn een onderhoud met Joachim von
Ribbentrop, zijn Duitse collega. Die legde hem volkomen onverwachts een
ultimatum voor: Litouwen diende het Memelgebied terug te geven aan Duitsland,
anders zou Duitsland het gebied met geweld terughalen. Hoewel Von Ribbentrop
geen datum noemde, was het Urbšys wel duidelijk dat een snelle reactie geboden
was. De volgende dag pleegde de Litouwse regering koortsachtig overleg met
Groot-Brittannië en Polen. Van die landen bleek geen hulp te verwachten. Maxim
Litvinov, de toenmalige Sovjetminister van Buitenlandse Zaken, hield zich
onbereikbaar. De Litouwse regering deed het onvermijdelijke: vroeg in de
ochtend van 22 maart liet
|
Litouwen weten het ultimatum te accepteren. Nog dezelfde dag namen Duitse troepen,
die al aan de grens gelegerd waren, bezit van het Memelgebied. Met hen mee kwamen
Duitse technici, die de radiozender van Memel overnamen, en Duitse postambtenaren
om de postkantoren over te nemen. De bestaande bezetting van de postkantoren,
bijna allemaal Litouwers, werd naar huis gestuurd.
Urbšys reisde opnieuw naar Berlijn, waar hij op 23 maart om 1 uur ’s middags
het protocol van overdracht van het Memelgebied ondertekende. Diezelfde
ochtend was een complete vloot van zo’n zestig Duitse oorlogsschepen al de
haven van Memel binnengevaren. Adolf Hitler zelf bevond zich aan boord
van de Deutschland. Hij ging mee aan wal, hield een rondrit door de
stad en een korte toespraak op het balkon van de schouwburg (afbeeldingen 2
en 3), scheepte zich weer in op de Deutschland en voer weer terug naar
huis. Het hele gebeuren nam drie uur in beslag.
Nog dezelfde dag vluchtten 10.000 mensen over de grens met Litouwen. Daaronder
waren vrijwel alle joden die nog in Memel waren achtergebleven.
|
← ■ Afbeelding 2. Hitler spreekt de
burgers van Memel toe vanaf het balkon van de schouwburg
■ Afbeelding 3. Hitlers
publiek op het plein voor de schouwburg.
Beide foto's zijn van Hitlers
‘hoffotograaf’ Heinrich Hoffmann
|
Litouwen raakte maar 2848 km2,
vijf procent, van zijn grondgebied kwijt. Er woonden ca. 152.000 mensen; dat
was ongeveer zes procent van de Litouwse bevolking. Maar wel was eenderde van
de Litouwse industrie in het Memelland gevestigd. 75 procent van de Litouwse
export en 86 procent van de Litouwse import liep via de haven van Memel.
Litouwen had nu nog maar een kustlijn van een kleine twintig kilometer over.
Palanga, de enige belangrijke plaats aan die kust, had een haventje, maar dat
was altijd klein gebleven met twee grote havens (Memel en het Letse
Liepāja) vlak in de buurt. Palanga kon de functie van Memel niet
overnemen. Ter compensatie van het verlies mocht Litouwen overigens wel de
haven van Memel blijven gebruiken.
|