◄ Vorige pagina Dit artikel is verdeeld over negen webpagina’s. Volgende pagina ►
De derde partij van Saarland, de Kommunistische Partei Saar (KPS), was een duidelijke tegenstander van deze koers. De partij was goed voor 8 à 9 procent van de stemmen. Saarland had ook een eigen grondwet. Daarin stond ook expliciet dat het land zich economisch op Frankrijk hoorde te oriënteren. Er waren christendemocraten en sociaaldemocraten die het daarmee absoluut niet eens waren. Die probeerden eigen partijen op te richten: de Christlich-Demokratische Union Saar (CDU-Saar) en de Deutsche Sozialdemokratische Partei (DSP). Die partijen werden verboden. Hun doelstellingen waren immers in strijd met de grondwet. Hetzelfde lot trof de liberale Demokratische Partei Saar (DPS). In eerste instantie was dat gewoon een toegelaten partij, die bij de verkiezingen van 1947 net iets minder stemmen kreeg dan de KPS. De DPS begon zich echter in toenemende mate te keren tegen de economische oriëntatie op Frankrijk. De partij sprak zich openlijk uit voor heraansluiting bij Duitsland. En zo ontving Johannes Hoffmann begin 1951 van Robert Schuman, de Franse minister van buitenlandse zaken, een brief met het dringende verzoek de DPS te verbieden. Joho deed het. Officiële reden: antidemocratische opstelling en contacten met ultrarechtse organisaties in de Duitse Bondsrepubliek. Van die contacten is overigens nooit iets gebleken. Bij de verkiezingen van 1952 riep de DPS de kiezers op blanco te stemmen. Een kwart van de kiezers volgde dat advies op. Latere historici hebben zich vaak afgevraagd waarom de KPS eigenlijk nooit verboden is. Die was net zo sterk tegen de Saarlandse grondwet als de organisaties die wél verboden waren. De reden was waarschijnlijk dat de Franse zusterpartij een grote en belangrijke partij was, die ook af en toe aan de regering deelnam. Joho en de zijnen verboden niet alleen dissidente politieke partijen. Ook de pers stond onder censuur. Neue Zeit, het orgaan van de KPS, verscheen even vaak niet als wel. In 1950 kreeg de krant diverse malen een verschijningsverbod, in totaal voor vijf en een halve maand. In 1951 verscheen de krant in totaal acht maanden niet, in 1952 vijf maanden en negen dagen, enzovoort. Maar ook de brave Saarbrücker Zeitung had een ‘Sitz-Redakteur’: een redacteur die de schuld op zich nam voor alle artikelen die in de ogen van de autoriteiten niet door de beugel konden en de straffen daarvoor moest uitzitten. De Duitse Bondsrepubliek, premier Adenauer voorop, protesteerde vele malen tegen de ondemocratische toestanden in het buurland. Adenauer heeft bijvoorbeeld altijd geweigerd Hoffmann te ontmoeten. Maar Duitsland werd zo kort na de oorlog nog niet serieus genomen als het protesteerde tegen het gebrek aan democratie in andere landen. |
|||||||||||||||||
|