(Deutsche Post, november 2006)
◄ Vorige pagina  Dit artikel is verdeeld over negen webpagina’s.  Volgende pagina ►



Disclaimer

Een autoritaire regering
Frankrijk stelde een Hoge Commissaris aan, Gilbert Grandval, die de belangen van zijn land behartigde. Daarnaast kreeg Saarland in 1947 een eigen parlement en een eigen regering. Premier werd Johannes Hoffmann, een journalist die zich bij het referendum van 1935 had ingezet voor handhaving van de status quo. Toen de meerderheid van de Saarlanders koos voor aansluiting bij nazi-Duitsland, vluchtte hij naar Luxemburg. Toen dat land in de Tweede Wereldoorlog door Duitsland werd bezet, vluchtte hij opnieuw, ditmaal naar Brazilië. Na de oorlog keerde hij terug naar Saarland, nu als politicus. Zijn Christliche Volkspartei (CVP) kwam bij alle verkiezingen tot 1955 als grootste partij uit de bus, met meer dan de helft van de stemmen. Hoffmanns bijnaam was ‘Joho’, of, wat minder vriendelijk, ‘Der Dicke’.
De tweede partij was de Sozialdemokratische Partei Saar (SPS). Die partij was het op één belangrijk punt met de CVP eens: de weg die Saarland had te gaan lag in economische integratie met Frankrijk en een grote mate van autonomie, en zeker niet in terugkeer naar Duitsland. De beide partijen regeerden tussen 1947 en 1955 meestal samen, maar soms kon de CVP het alleen af.

De derde partij van Saarland, de Kommunistische Partei Saar (KPS), was een duidelijke tegenstander van deze koers. De partij was goed voor 8 à 9 procent van de stemmen.
Saarland had ook een eigen grondwet. Daarin stond ook expliciet dat het land zich economisch op Frankrijk hoorde te oriënteren. Er waren christendemocraten en sociaaldemocraten die het daarmee absoluut niet eens waren. Die probeerden eigen partijen op te richten: de Christlich-Demokratische Union Saar (CDU-Saar) en de Deutsche Sozialdemokratische Partei (DSP). Die partijen werden verboden. Hun doelstellingen waren immers in strijd met de grondwet.
Hetzelfde lot trof de liberale Demokratische Partei Saar (DPS). In eerste instantie was dat gewoon een toegelaten partij, die bij de verkiezingen van 1947 net iets minder stemmen kreeg dan de KPS. De DPS begon zich echter in toenemende mate te keren tegen de economische oriëntatie op Frankrijk. De partij sprak zich openlijk uit voor heraansluiting bij Duitsland. En zo ontving Johannes Hoffmann begin 1951 van Robert Schuman, de Franse minister van buitenlandse zaken, een brief met het dringende verzoek de DPS te verbieden. Joho deed het. Officiële reden: antidemocratische opstelling en contacten met ultrarechtse organisaties in de Duitse Bondsrepubliek. Van die contacten is overigens nooit iets gebleken. Bij de verkiezingen van 1952 riep de DPS de kiezers op blanco te stemmen. Een kwart van de kiezers volgde dat advies op.
Latere historici hebben zich vaak afgevraagd waarom de KPS eigenlijk nooit verboden is. Die was net zo sterk tegen de Saarlandse grondwet als de organisaties die wél verboden waren. De reden was waarschijnlijk dat de Franse zusterpartij een grote en belangrijke partij was, die ook af en toe aan de regering deelnam.

Joho en de zijnen verboden niet alleen dissidente politieke partijen. Ook de pers stond onder censuur. Neue Zeit, het orgaan van de KPS, verscheen even vaak niet als wel. In 1950 kreeg de krant diverse malen een verschijningsverbod, in totaal voor vijf en een halve maand. In 1951 verscheen de krant in totaal acht maanden niet, in 1952 vijf maanden en negen dagen, enzovoort. Maar ook de brave Saarbrücker Zeitung had een ‘Sitz-Redakteur’: een redacteur die de schuld op zich nam voor alle artikelen die in de ogen van de autoriteiten niet door de beugel konden en de straffen daarvoor moest uitzitten.
De Duitse Bondsrepubliek, premier Adenauer voorop, protesteerde vele malen tegen de ondemocratische toestanden in het buurland. Adenauer heeft bijvoorbeeld altijd geweigerd Hoffmann te ontmoeten. Maar Duitsland werd zo kort na de oorlog nog niet serieus genomen als het protesteerde tegen het gebrek aan democratie in andere landen.





1
2
3
4
5
6
7
8
9