24
juli 2019
|
HERINNERINGEN AAN DE RADIO
‘Kotserige zeikerige ouwe lullen muziek’ – dat was de titel van een artikel dat
op 25 mei 2019 door een anonymus op Wikipedia werd geplaatst en dezelfde dag
nog verwijderd werd met als reden ‘Geen zinvolle inhoud’. Op die dag heb ik
het artikel even voorbij zien komen. Ik heb er geen kopie van gemaakt, maar
het begon met: ‘kotserige zeikerige ouwe lullen muziek is een term die jongeren
vaak gebruiken voor populaire muziek uit de jaren 50, 60 en 70.’ Verderop in het
artikel kon je dan nog lezen dat dit de muziek is die de hele dag gedraaid wordt
op Radio 2 en beluisterd door lieden met allerlei lichamelijke ongemakken, zoals
kunstgebitten.
Muziek uit de jaren zeventig zegt mij wat minder, al heb ik wel een handjevol
platen uit die tijd. Maar muziek uit de jaren vijftig en zestig draai ik nog geregeld.
Ik schrijf er ook over op Wikipedia. Ik heb tientallen artikelen over groepen, zangers
en popnummers uit de jaren vijftig en zestig aangemaakt.
Toch luister ik nooit naar Radio 2. Misschien omdat ik geen kunstgebit heb? Sterker
nog, ik kan me van Radio 2 vrijwel niets herinneren. Vaag staat me bij dat er heel
veel geleuterd werd en dat er uiterst onbenullige muziek werd gedraaid. Het is
dan wel verrassend om te lezen dat er nu popmuziek op het menu staat. Hilversum
kennende heb ik echter zo'n vermoeden dat het wel de meest saaie en minst
avontuurlijke variant van de popmuziek zal zijn. Meer Andy Williams dan T. Rex –
kenners weten meteen wat ik bedoel.
Pop
Waar luisterde ik vroeger wel naar? In de jaren zestig vooral naar de piratenzender
Radio London. Die zond de muziek uit die ik leuk vond. Op 14 augustus 1967
beluisterde ik met tranen in de ogen de laatste uitzending. Daarnaast luisterde ik
af en toe naar Radio Caroline. Die had net een andere platenkeus, en die vond ik
toch minder boeiend. Bij Radio Veronica luisterde ik alleen naar de hitparades. De
overige programma's waren mij te veel een allegaartje. Als ik net een nummer van
Traffic heb gehoord, heb ik niet zo'n behoefte aan een nummer van de Zangeres zonder
Naam pal erachteraan.
Met Hilversum 3 (later Radio 3) heb ik eigenlijk nooit veel gehad. Die zond vooral
‘mainstream’-muziek uit, terwijl ik progressieve rock wilde horen. Eén programma
sprong eruit: Superclean Dreammachine. Die zond de progressieve rock
uit waar ik zo graag naar luisterde, tenminste: in zijn begintijd. Later ging ook
Superclean Dreammachine steeds meliger muziek draaien.
In 1969 had ik het wel gehad met de popmuziek. Mijn genre muziek was nog maar
mondjesmaat te horen. De muziek die toen populair was, werd steeds onbenulliger.
The Monkees bijvoorbeeld, daar werd je mee doodgegooid. Vier jongens, van wie
er, als ik me goed herinner, maar één een instrument kon bespelen. Hun muziek werd
in elkaar geflanst door studiomuzikanten. Nou ja, die jongens bestonden tenminste
nog echt. Je had ook The Archies. Die bestonden alleen als tekenfilm. De muziek kwam
alweer van een groepje studiomuzikanten. Dan had je nog Ohio Express, een groepje
dat playbackte op muziek van – jawel, studiomuzikanten. Al deze producten hadden
één ding gemeen: muzikaal zat er geen kraak of smaak aan.
Klassiek
Dus ging ik op zoek naar iets anders. Op een avond zat ik balorig wat aan de knoppen
van mijn draagbare radio te draaien en viel ik ineens midden in een symfonie van Haydn.
Jemig, dat is mooi!, dacht ik. Kort daarna kocht ik mijn eerste klassieke plaat, met een
celloconcert en het hoboconcert van Haydn. Zeker het hoboconcert draai ik nog
regelmatig.
(Sommige musicologen beweren trouwens dat het hoboconcert helemaal niet van
Haydn is. Dat zijn zeurkousen. Natuurlijk is het van Haydn!)
Vanaf dat moment was ik een trouw luisteraar naar klassieke muziek, maar vooral
naar het Third Program van de BBC. Radio 4
speelde in mijn leven nauwelijks een rol. Voor zover ik me kan herinneren, zond die
zender vooral fragmentjes uit: het adagio uit een fluitconcert van Mozart, een aria uit
Don Giovanni, het derde deel van de Unvollendete van Schubert...
De BBC zond veel vaker complete stukken uit
en had ook een wat avontuurlijker keus dan Radio 4. Zonder de
BBC had ik nooit geweten dat Vaughan Williams
prachtige symfonieën heeft geschreven.
Informatie
Naarmate mijn platencollectie groter werd, kreeg ik steeds minder behoefte om naar
de radio te luisteren. Ik kon mijn programma zelf wel samenstellen. Als ik naar de radio
luisterde, was dat omdat ik op zoek was naar informatie. Die vond je op Radio 1.
Dat was geen onverdeeld genoegen. In de eerste plaats vanwege de formule van
Radio 1: ‘een praatje met een plaatje’. De meest gebezigde zin op Radio 1 was: ‘We
gaan er even uit voor een plaatje.’ Ik ergerde me daar altijd suf aan. Laat die man toch
uitpraten, dacht ik dan. Alleen bij de nabeschouwingen na een voetbalwedstrijd bleven
de plaatjes achterwege. Dan slaagden drie mannen erin om een uur lang slap te leuteren
over totaal niets. Het ging helemaal nergens over. Langer dan vijf minuten hield ik zo'n
programma niet vol. Dan ging de radio uit.
Wat je zo'n nabeschouwing nog wel moet nageven: de ‘discussie’ verliep gestructureerd,
de mannen spraken om de beurt. Je had ook ‘forumdiscussies’ waarbij drie of vier mannen
(heel sporadisch een vrouw) synchroon aan het praten waren. Er was altijd een gespreksleider
bij, maar waar die voor diende was mij een raadsel. In elk geval niet ervoor zorgen dat de
deelnemers om de beurt spraken in plaats van door elkaar heen. Meestal ging het zonder
plaatjes tussendoor, dat dan weer wel, maar ik kon er niets mee. Ik vind het toch al heel
moeilijk om uit een baaierd van geluiden het juiste signaal op te pikken.
En dan de plaatjes tussen de praatjes. In mijn herinnering kwam steeds dezelfde muziek
voorbij. Bij Radio 1 hadden ze 484 versies van Raindrops keep falling on my head,
412 versies van Can't take my eyes off you en 396 versies van Little green apples.
En als je een weeklang luisterde, had je ze allemaal voorbij horen komen.
Radio 1 valt door de mand
Als Radio 1 een keer meerwaarde kon leveren bij de nieuwsvoorziening, faalde hij trouwens
hopeloos. Op 18 augustus 1991 probeerde een groepje dinosauriërs van de Russische communistische
partij Sovjetleider Gorbatsjov af te zetten. Dat werd verijdeld, voor een groot deel dankzij
het kordate optreden van de Russische president Boris Jeltsin.
Dit is zo'n moment dat een radiozender kan laten zien wat hij waard is. Schakel je
correspondent in Moskou in, stuur er desnoods speciaal iemand naartoe en laat hem van uur
tot uur verslag doen van wat er gebeurt. Dan kun je scoren bij de luisteraars, zeker bij mij,
want ik zat 's avonds aan de radio gekluisterd. Ik wou weten hoe het zou aflopen.
Vergeet het maar. In plaats van nieuws zond Radio 1 tussen de onvermijdelijke plaatjes door
voortdurend commentaar uit. De VVD was tegen de coup.
De FNV ook. Het CDA
was ook al tegen. Het Verbond van Communisten in Nederland was voor. Wat interesseert
mij dat nou. Ik wil weten wat er gebeurt, en dat kreeg ik niet te horen.
Het was niet voor het eerst en ook niet voor het laatst dat mij het opviel. Het is echt waar:
meningen zijn voor de publieke omroep even belangrijk als feiten en krijgen evenveel aandacht.
Maar meningen heb ik zelf wel, ik wil feiten horen.
Het is niet zo dat ik na deze ervaring meteen ben opgehouden met naar de radio te luisteren.
Ik ben wel steeds minder gaan luisteren. Nu ik erover nadenk: de radio is zelfs al jaren niet meer
aan geweest. Zou hij het eigenlijk nog doen? Een dezer dagen toch maar eens proberen.
Sijtze Reurich
♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦
|
KANTTEKENING.
De schrijver van het stukje ‘Kotserige zeikerige ouwe lullen muziek’, dat al zo spoedig
van Wikipedia is verdwenen, liet mij weten dat hij niet de luisteraars, maar de presentatoren van
Radio 2 op de hak had genomen, Hij had geschreven: ‘kotserige zeikerige ouwe lullen muziek is
een term die jongeren vaak gebruiken voor populaire muziek uit de jaren 50, 60 en 70 en voor de
muziek die op de door mensen met grijze haren, kunstgebit en rimpellige huid gepresenteerde
ouwe lullen radiozender NPO radio 2 wordt gedraaid.’ Dat
is inderdaad wat anders dan ik meende te hebben gelezen. Ik vond het al onwaarschijnlijk dat
Radio 2 ineens popmuziek zou zijn gaan draaien in plaats van de muzikaal totaal oninteressante
meuk waar ze vroeger in grossierde. Ik vermoed zo dat diezelfde meuk daar nog steeds de hele
dag door gedraaid wordt door presentatoren die de laatste jaren tot hun pensioen op Radio 2
mogen doorbrengen. Een soort bejaardenreservaat binnen de omroep dus. Of mijn vermoeden
klopt weet ik niet, maar het komt wel helemaal overeen met het beeld dat ik van de Nederlandse
omroep heb.
|